Project Description

AFDELING SKJ

Bekijk SKJ Gallery

FORMA biedt, conform de wet, jongeren in de leeftijd van 18 – 24 jaar de gelegenheid deel te nemen aan vormings-, educatie- en opleidingstrajecten (maximaal 24 maanden). De instructietaal in FORMA is Papiamentu. Hierbij worden onderstaande doelen beoogd:

  1. Het behalen van een startkwalificatie voor de lokale arbeidsmarkt (diploma MBO1) en of;
  2. toeleiden tot een vaste baan of vervolgopleiding;
  3. Het behouden van een baan en het afronden van een vervolgopleiding.
  4. Voor deelnemers waar geen van het bovengenoemde haalbaar is (LVB-problematiek), wordt in een zelfstandigheidstraining voorzien in afstemming met betrokken ketenpartners.

In aansluiting op het volgen van regulier onderwijs en in voorbereiding op het hoofdtraject, volgen studenten gedurende 10 maanden (één schooljaar) het basistraject Basiko. De studenten zijn in de eerste twee periodes van het schooljaar, op FORMA aanwezig gedurende 5 dagen per week. Het curriculum wordt blijvend afgestemd op de vraag vanuit de samenleving en de behoeften van de doelgroep.

In dit basistraject waar een EVW-er samen met een onderwijsassistent op de groep staat is ruimte voor maximaal 20 studenten. Het traject Básiko is een vormend traject gericht op zowel de persoonlijke als de professionele ontwikkeling van de jongeren. Door middel van oriënterende portfolio opdrachten, gekoppeld aan 9 competenties, ontdekt de student wie hij/zij is, over welke talenten en kwaliteiten hij/zij beschikt, waar zijn/haar interesses liggen, ontwikkelt een dag-structuur en een dag/nachtritme en de student leert leren. Op deze wijze ontwikkelt de jongere zelfinzicht, kennis en een reëel toekomstbeeld.

ARBEIDSTOELEIDING

Het traject Arbeidstoeleiding is gericht op het zoeken, vinden en behouden van werk. Studenten die kiezen om te gaan werken of die door cognitieve of persoonlijke problematiek niet naar het MBO Entree niveau 1 kunnen, krijgen ondersteuning in hun persoonlijke en professionele ontwikkeling en leggen een basis van algemene kennis en sociale vaardigheden. Het traject is zoveel mogelijk gedifferentieerd en deelnemers krijgen een aanbod waarbij zij zich op basis van hun achtergrond, capaciteiten en interesses optimaal kunnen ontwikkelen. Het traject is grotendeels praktisch ingericht en richt zich op het aanleren van basis-arbeidsvaardigheden. Het traject duurt minstens een jaar, omvat drie fasen, en jongeren stromen uit naar de arbeidsmarkt.

In fase 1 wordt gedurende minimaal zes maanden 2 dagen per week onderwijs aangeboden op de locatie van FORMA onder begeleiding van een EVW-er en een OA. De overige 3 dagen gaan studenten naar een leerwerkvoorziening waar ze ervaring op kunnen doen in het werknemerschap. Mocht de student al een baan hebben, dan werkt hij deze dagen daar. Gedurende de dagen dat de studenten werkzaam zijn binnen de leerwerkvoorziening is de OA en/of de EVW-er regelmatig op de werkvloer aanwezig.

De groep heeft een capaciteit van maximaal 15 studenten. Het curriculum bestaat uit onderstaande vakken en de inhoud richt zich op competenties, die gebaseerd en gecombineerd zijn met de training Brug naar Werk (Kaminda pa Trabou) en die vertaald zijn naar de praktijk van een werkomgeving. De inhoud van de ondergenoemde vakken wordt zoveel mogelijk vertaald naar een concrete werksituatie.

In fase 2 wordt gedurende minimaal zes maanden 1 dag per week, onderwijs aangeboden op de locatie van FORMA. Studenten hebben werk of een stageplaats waar ze zelf voor hebben gekozen. In deze fase is het doel om minimaal een jaarcontract te krijgen bij een werkgever waar ze zelf voor kiezen in een vak waar ze affiniteit mee hebben.

Er vindt structureel en intensieve “job-coaching” plaats door de EVW-er samen met de OA. Dit heeft een vaste frequentie afgestemd op de vraag en de behoeften van zowel de student als de werkgever. Tevens zijn er afspraken, op maat, over bereikbaarheid gemaakt tijdens en na kantooruren.

In deze laatste fase, die ook minimaal 6 maanden duurt, is het doel ‘het behouden van een baan’ en het bestendigen en bevestigen van het geleerde.

De frequentie van begeleiding vindt plaats op de werkplek.